De perschef was dit keer ter plaatse op het lokale voetbalveld en tekende het volgende op.

Enkele uren voordat de stembureaus zouden sluiten, raakte ik in gesprek met de voetbalcoach en enkele ouders. De voetbalcoach die duidelijk stoned was – zijn ogen glinsterden en de geur van cannabis was alom aanwezig – gaf aan niet te zullen stemmen. Als men zijn stem wil, dan moet men daarvoor dokken. Politici doen het immers alleen voor het geld en eigen gewin. Je ziet ze nooit en als hun stoel in gevaar komt, dan staan ze bij je op de stoep om te smeken om je stem. Zij dragen van die rare petten en shirts en delen van die stomme folders uit. De coach voegde eraan toe dat mocht hij toch op een onbezonnen moment tot stemmen overgaan, hij op de anti-buitenlanderspartij zou stemmen. Want, zo verklaarde hij zich nader, de racistenpartij zal hem onmiddellijk doen uitzetten. Hij kan dan naar het eigen land en daar een nieuw leven opbouwen. Dat kan beter nu. Nu is hij jong (rond 50 jaar). Straks is het te laat en kan hij niks meer. (…)