Elhoeb yesken b3ied (De geliefde woont ver weg)
El ghadi, aji nwessiek (Vertrekker, komt voor raad)
Klem moefied (Wijze raad)
Had ettrieq, yemken ma teddiek (Deze weg brengt je misschien niet)

Wagga te3ref, te3ja tehlef (Ook al weet je, en zweer je erbij)
Hna fien ettrieq yetlef (Het is hier waar de weg wordt kwijt geraakt)
Te3ia tehlem (Droom erop los)
Lhoeb soek, memkellef (De liefde een markt, onverantwoordelijk)

Klem moefied (Wijze raad)
Had ettrieq, yemken ma teddiek (Deze weg brengt je misschien niet)
El ghadi, aji nwessiek (Vertrekker, komt voor raad)
Elhoeb yesken b3ied (De geliefde woont ver weg)

Fi wast seb3 bhoer (Te midden van de zeven zeeën)
Fi qimam jbaal (Op bergtoppen)
El hoeb gherraboe (De liefde is een boot)
Wana ghrieb (En ik een vreemdeling)

Ya galq ellah (Godsschepping, mens)
Sma3 wa fhem (Luister en snap)
Elhoeb makaian ghier el-aan (Liefde is enkel nu)
Makaian hoeb, men be3d ma teghreq (Er is geen liefde, nadat men verdrinkt)